De woningprijzen blijven maar stijgen. De afgelopen jaren heeft de woningmarkt een bizarre prijsstijging laten zien, vooral in steden zijn huizen vrijwel onbetaalbaar geworden voor starters. Wie al een huis bezit groeit mee met de economie, de rest moet steeds hogere leningen aangaan om uit de huurdermarkt te stappen. Dat is een probleem, aangezien huizen duurder worden zullen ook de huren hoger worden. Een huisbaas wil immers verdienen aan de verhuur van zijn woning.
In Amsterdam betaal je al gauw 8.000 tot 10.000 euro per vierkante meter. Een woning van 100 vierkante meter kan dus al gauw 1 miljoen euro kosten. In andere grote steden liggen de prijzen lager, maar alsnog vrijwel onbetaalbaar voor starters. Zeker wanneer je een gezin wil starten is het erg moeilijk. Een gezin starten in een appartement van 40 of 50 vierkante meter is natuurlijk niet je droomscenario. Zal het beter worden in de komende jaren? Kortgezegd: Nee.
Woningprijzen blijven door het dak gaan!
De banken verwachten een prijsstijging dit jaar van maar liefst 8,8 procent. Een woning van 400.000 euro begin dit jaar, zal eind dit jaar dus 435.200 euro kosten. Een verschil van ruim 35.000 euro, dat ga je wel voelen in je maandelijkse lasten. De banken verwachten volgend jaar, in 2025, een nóg sterkere groei in de huizenprijzen. De stijging is voorspelt op 9,2 procent. Dat huis van 435.200 euro zal eind volgend jaar dus ongeveer 475.238 euro kosten.
Het jaar dáárop, 2027 dus, zal een minder sterke stijging hebben volgens de banken. De voorspelling is dat 2027 een stijging zal zien van gemiddeld 6 procent. Klink weinig, gezien de eerdere stijgingen, maar dat scheelt nogal. Die woning van 475.238 zal eind 2027 volgens de voorspelling dan 503.753 euro kosten. Het huis dat begin 2024 400.000 euro kostte zal eind 2027 dus bijna 104.000 euro meer kosten. Pfoeh… Heeft BN’er-land overigens geen last van: