Pieter was een avondje goed aan het doorzakken met wat vrienden waarna hij de volgende ochter met flink wat koppijn opstaat. Hij merkt dat hij zich helemaal niets meer kan herinneren van de avond met zijn maten, zelfs niet hoe hij in godsnaam is thuisgekomen. Maar tot zijn verbazing ziet hij wel een glas water met een paar aspirines voor hem klaar staan op zijn nachtkastje. Oja, én nog een briefje van zijn vrouw. Pieter gaat maar rechtop zitten en ziet tot zijn verbazing dat zijn kleren ook nog eens helemaal gewassen en gestreken klaarliggen. Hij gaat naar de badkamer en ziet zichzelf in de spiegel, met een groot zwart oog dat terug kijkt. In de hoek van de spiegel staan kleine rode hartjes, geschreven met lippenstift. Hij besluit de brief naast zijn bed maar even te openen en te lezen:
Het briefje aan Pieter
Er staat: “Beste Pieter, gisteravond kwam je dronken thuis en maakte heel veel lawaai, maar maak je geen zorgen hoor, je ontbijt staat al klaar op het fornuis! Ik ben nu vroeg weg gegaan om boodschappen te doen zodat ik vanavond jouw favoriete maaltijd klaar kan maken, ik hou van je schat, liefs Annika.” Pieter snapt er geen bal van en loopt maar naar de keuken toe. Er staat al verse koffie op tafel met een ontbijtje en zijn ochtendkrant. Zijn zoon zit ook aan de keukentafel. Pieter besluit maar aan zijn zoon te vragen of hij misschien weet wat er aan de hand is: “Weet jij wat er gisteravond precies gebeurd is?”
Helemaal naar de getver
Zijn zoon antwoord: “Je kwam vannacht pas na 03.00 uur thuis, helemaal dronken en van het padje af, je viel in de gang en kotste de boel onder, daarna stootte je je hoofd in de gang waardoor je nu een blauw oog hebt..” Compleet verbaas vraagt Pieter aan zijn zoon waarom moederlief dan in godsnaam een ontbijtje heeft gemaakt en al zijn kleren gewassen én gestreken heeft, en dan ook nog zo’n lief briefje. Zijn zoon: “Oh, bedoel je dat. Nou toen moeder je eindelijk naar de slaapkamer sleepte schreeuwde jij dat ze je met rust moest laten omdat je een getrouwde man was en dat niet wilde!“