Gisteren was Prinsjesdag en de begroting is weer bekend gemaakt. Natuurlijk krijgen we ook de nieuwe salarissen te horen, niet alleen van Koning Willem Alexander en de rest van de Koninklijke familie, ook van de rest van Nederland. En we hebben goed en slecht nieuws voor je. De lonen zullen stijgen, een modaal salaris zal gemiddeld zo’n 40 euro hoger zijn. De gemiddelde cao-loonstijging worden op 4,3 procent verwacht, dat lijkt misschien aardig wat, maar dat zit toch anders.
Loonstijgingen moeten natuurlijk voorkomen dat Nederlanders minder te besteden hebben wanneer het leven alsmaar duurder wordt. Huizenprijzen zijn niet de enige prijzen die door het dak gaan. Ook wanneer je je dagelijkse boodschappen doet ben je fors meer kwijt dan een paar jaar geleden. De prijsstijgingen worden op 3,2 procent geschat. Van die loonstijging van 4,3 procent blijft dus niet heel veel meer over. Hoe gaat de Koning deze stijgende kosten dan dekken? Nou, die gaat er fors meer op vooruit dan de rest.
Koning Willem Alexander gaat er fors op vooruit, net zoals de rest van de Koninklijke familie!
Dit jaar, 2024, kreeg de Koning maar liefst 1.086.000 euro aan zakgeld mee. Daar komt wat bovenop, net zoals bij de rest van Nederland. Echter is dit bij de Koning geen 4,3 procent, maar 7 procent. In 2025 zal het zakgeld van de Koning dus stijgen naar 1.164.000 euro. Uiteraard krijgt ook Koningin Máxima meer zakgeld voor het komende jaar, ook zij ziet een stijging van 7 procent. Dit zal stijgen van 431.000 euro naar 462.000 euro. Ook Prinses Beatrix ziet haar inkomen met 7 procent stijgen. Beatrix zal van 614.000 euro naar 658.000 euro gaan.
Prinses Amalia ziet ook een forse stijging in haar inkomen. Dat zal van 322.000 euro naar 345.000 euro gaan. Echter heeft Amalia nog altijd aangegeven dat ze tijdens haar studietijd af zal zien van haar inkomen. Dat lijkt inmiddels niet meer op te gaan meldde Amalia destijds aan Mark Rutte: “Met het verstrijken van de tijd inmiddels voorzienbaar is dat (ze) rekening moet houden met personele en materiele uitgaven met het oog op een zelfstandige en onafhankelijke invulling van (haar) functie, waaronder een secretariaat en reserveringen voor een woon- en werkverblijf.” Lekker zeg.